Loos was onder de indruk van de Amerikaanse architectuur en bewonderde de Amerikaanse architect Louis Sullivan. Hij keerde weer terug naar Europa en begon in 1898 een architectenbureau te Wenen. Loos begon ook zijn eigen architectenopleiding. In 1928 besloot hij zich weer geheel aan zijn architectenbureau te wijden.Behalve door zijn ontwerpen is Loos vooral bekend geworden als tegenstander van de Art Nouveau-beweging. Hij vond dat architectuur bepaald diende te worden door de rede. Overbodige ornamenten moesten worden geschrapt. In zijn lezing "Ornament en misdaad" uit 1908 (Ornament und Verbrechen) werkte hij de gedachte uit dat vooruitgang van een cultuur verbonden is met het terugdringen van ornamentiek, en dat het een misdaad was om ambachtslieden hun tijd te laten verspillen aan ornamenten die alleen maar het moment dichterbij brachten waarop een voorwerp ouderwets was geworden. De meest primitieve samenlevingen gebruikten dan ook veel ornamenten, meende Loos, terwijl de meest geavanceerde geen overbodige ornamenten kennen, of op zijn minst ornamentiek trachten tegen te gaan als die geen zinvol doel heeft. Loos' gezichtspunten zijn kenmerkend voor de moderne architectuur van het functionalisme, waarvan de bekendste slogan "Vorm volgt functie" luidt.
Functionalisme
1.bouwstijl waarbij het doel van het gebouw zijn vorm bepaalt
(form=function)
2.richting in de stedenbouwkunde die een strikte scheiding van werk,woon en recreatiefuncties van een agglomeratie voorstaat
(agglomeratie-complex van steden en voorsteden)
functionaliteit=doelmatigheid
walter Gropius-architect vormgeversschool Bauhaus
Le corbusier-huis zonder muren. Ludwug Muies-meubelontwerper en arcghitect (less=more)
Seagrass building-glas aan de buitenkant
CIAM-internationale architecten
ontwerp van steden naar functie.industrialisatie-stadsuitbreiding woningnoodoplossing voor arbeiders klasse,.18de eeuw:proto industrialisatie,19de eeuw industrialisatie.Uitvinding van stoommachines.Fabrieksmatige productie.
Na de Eerste Wereldoorlog komt op diverse plaatsen in Europa een nieuwe architectuurstroming op. In Nederland spreekt men van het Nieuwe Bouwen (of de Nieuwe Zakelijkheid), in Angelsaksische landen van het Modern Movement of de International Style. Ook de benaming functionalisme wordt wel gehanteerd. Een populaire benaming is moderne architectuur. Omdat modern ook gebruikt wordt in de betekenis van hedendaags is dit wel eens verwarrend.
Het Nieuwe Bouwen loopt parallel met de twintigste-eeuwse vernieuwingen in de beeldende kunst, zoals de abstracte kunst van het kubisme en De Stijl. Deze architectuur is mogelijk geworden door de nieuwe bouwtechnische mogelijkheden van de industriÎle revolutie. Gewapend beton en staal maken skeletconstructies mogelijk en dus het gebruik van glas als gevelmateriaal. Platte daken maken een dakterras mogelijk. Er is een voorkeur voor wit en primaire kleuren en uit den boze zijn ornamenten. EÈn architect vergelijkt ornamenten met tatoeages, die je volgens hem alleen nog vindt bij primitieve volkeren en gevangenisboeven. Massaproductie vervangt ambachtelijke technieken. In de stedenbouw zijn in het t.b.c.-tijdperk licht en lucht het credo. De sombere gesloten bouwblokken en onhygiÎnische rug-aan-rug- en alkoofwoningen worden vervangen door strokenbouw en hoogbouw, waarin de woningen met grote ramen en balkons optimaal op de zon zijn georiÎnteerd.
Het belangrijkste principe van het Nieuwe Bouwen is dat het geen stijl beoogt te zijn. Het zou een einde maken aan historische stijlen en esthetica. Een gebouw moet een technisch, economisch en functioneel antwoord zijn op een opgave. Een functioneel gebouw is automatisch een mooi gebouw volgens het principe form follows function. Zo is een functioneel vormgegeven klauwhamer ook een mooi ontwerp.
Nederland speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van het Nieuwe Bouwen. Doordat Nederland neutraal was in de Eerste Wereldoorlog is er weinig oorlogsschade en heeft het culturele leven niet stil gestaan. Daarnaast pionieren Mondriaan en Van Doesburg met abstracte, moderne kunst en richten zij het tijdschrift De Stijl op. Ook in andere landen zijn pioniers te vinden. In Frankrijk de van origine Zwitserse architect Le Corbusier, in Rusland de constructivisten en in Duitsland Walter Gropius en Ludwig Mies van der Rohe, later actief bij het Bauhaus.
Ontwerpen als natuurlijk verschijnsel Sybrand Zijlstra
Het modernisme is een ontwerpopvatting die de vormgeving al bijna een eeuw zozeer domineert dat er een verlammende werking van uitgaat. Sybrand Zijlstra laat zien waarom het modernisme voor ontwerpers een bron van frustratie is. Vervolgens doet hij een poging het ontwerpen een ander fundament te geven, door uit te gaan van ontwerpen als een natuurlijk verschijnsel.
ìIn de westerse wereld groeien wij op met een ideologieóof de brokstukken ervanódie ëmodernismeí heet. Het modernisme is opgekomen in een periode van optimisme en heilig geloof in de zegeningen van wetenschap en techniek. Dat geloof is inmiddels danig aangetast.
Er bestaat ook een ontwerpstijl die aangeduid wordt met dezelfde naam. Vooral de architectuur en de ontwerpdisciplines die te maken hebben met techniek en industriÎle productie zijn zeer nauw met de modernistische ideologie verbonden.
Een ontwerper is ook maar een mens, en vraagt zich dus weleens af waar hij mee bezig is. Nog meer spullen maken voor een wereld die al uit zijn voegen barst van de spullen die harteloos afgedankt worden voor nog meer spullen, die op hun beurt ook weer afgedankt worden. Hij heeft iets tot stand gebracht, het bijbehorende, kortstondige gevoel van bevrediging gehad, maar heeft hij wel iets mÈÈr gedaan dan een inwisselbare bijdrage leveren aan een dubieus wegwerpsysteem? Het modernisme heeft de mond vol van vooruitgang en een betere wereld, maar maakt het de ontwerper extra moeilijk om met dit soort vragen om te gaan.î
Mode omvat veel meer dan de nieuwe roklengte, nieuwe kleuren of actuele accessoires. Imago, individualiteit, groepsidentiteit en tal van andere facetten spelen een rol. En mode wordt niet alleen meer voorgeschreven door de catwalk; wat er op straat gebeurt, is minstens zo belangrijk. Mode is een spiegel van de maatschappij en onthult haar sociale verbanden. De macht van mode vertelt in woord en beeld hoe mode wereldwijd verweven is met alle facetten van onze samenleving. Een rode draad door het boek vormen de toonaangevende ontwerpers, een bonte grensoverschrijdende staalkaart van wat mode nu te bieden heeft.
Mijn reflectie op bovenstaande:
Uiteraard is het artikel van Loos geschreven met goede bedoelingen om op te komen voor de arbeider,maar de manier waarop vind ik beledigend.Om ornament makers hun werk, hetgeen wat zij dag in dag uit uitvoeren en daarmee hun brood verdienen 'iets voor gedegradeerden'te noemen is heel neerbuigend.Bovendien een van de bekendste filosofen vergelijken met een kind van drie,dat kan niet he.Ik heb zelf niets tegen ornament over het algemeen,maar dat kan wel gedeeltelijk door mijn afkomst en opvoeding komen.Mijn oudeers hadden in de hal posters van Alfons Mucha hangen en ik ben in zijn museum in Praag geweest,vond ik echt prachtig(ben gek op Jugendstill). Als ik een sigarettendoosje koop, is voor mij niet zozeer ornament -of geen ornament van belang, maar bijv.de kleur(zo heb ik dus een blauw sigaretten doosje van kunststof:)
Maak jouw eigen website met JouwWeb